Fiets tegen diabetes

Diabetes: een ernstige chronische ziekte.

Bij diabetes type 1 heeft het eigen afweersysteem van het lichaam de cellen die insuline aanmaken in de alvleesklier vernietigd. Het gevolg is dat het lichaam zelf geen insuline meer aanmaakt. Die insuline is wel nodig. Glucose Insuline is de sleutel die de glucose (suikers) in het bloed toegang geeft tot de lichaamscellen. Glucose die de lichaamscellen nodig hebben om te kunnen doen wat ze moeten doen. Energiebron Glucose is de energiebron voor de lichaamscellen. Wanneer de glucose in het bloed niet kan worden gebruikt door de lichaamscellen, dan stijgen de bloedglucosewaarden.

De Behandeling van diabetes type 1.

Zelf of laten toedienen van insuline is tot nu toe de behandeling om de bloedglucosewaarden zo goed als mogelijk binnen aanvaardbare grenzen (> 4mmol/L en <10mmol/L) te houden. Hier wordt vaak een insulinepomp gebruikt. Voor vele een uitdaging. Naast de behandeling met insuline is het noodzaak om dagelijks nauwkeurig voedings- en bewegingsvoorschriften op te volgen. Ook moet dagelijks regelmatig bloed geprikt worden om te controleren of de bloedsuikerwaarden op orde zijn. Het blijkt dat, ondanks in het acht nemen van alle behandelingsvoorschriften, het een dagelijkse uitdaging is om de bloedglucosewaarden binnen aanvaardbare grenzen te houden.

De gevolgen

Langetermijngevolgen. Het is van cruciaal belang om de bloedglucosewaarden zoveel als mogelijk binnen aanvaardbare grenzen (> 4mmol/L en <10mmol/L) te houden. Gebeurt dit niet, dan kunnen er zowel acute als (ernstige) chronische complicaties optreden. Acute complicaties als: te lage bloedsuikers (ook wel ‘hypo’) of te hoge bloedsuikers (ook wel ‘hyper’). Chronisch invaliderende complicaties als: blindheid, hart- en vaatziekten, nierfalen, zenuwuitval en amputaties. Dagelijkse gevolgen. Daarnaast kan diabetes veel invloed hebben op het psychologisch welzijn en het dagelijks functioneren door de vele aspecten die bij diabetes komen kijken. Voorbeelden hiervan zijn het volgen van dieet- en bewegingsvoorschriften volgen, goede bloedsuikerwaarden zien te bereiken, leven met strenge behandelingsvoorschriften en leren omgaan met vervelende symptomen.

Symptomen

Veel dorst hebben.
Vaak en heel nodig moeten plassen.
Een droge plakkerige tong hebben.
Geen zin in eten hebben, misselijkheid en buikpijn, maar ook.
Extreme honger en misselijkheid.
Afvallen zonder reden.
Je lusteloos voelen.
Je heel zwak en vermoeid voelen.
Last hebben van je ogen (wazig of slecht zien).
Duizeligheid en hoofdpijn.
Zweten, nerveusheid en/of snelle hartslag.
Je humeurig voelen en/of snel geïrriteerd zonder dat je er invloed op hebt.
Gevoelens van tekortschieten en/of falen (buitenbeentje zijn).

Voeding

Voeding neemt een centrale plaats in bij het leven met diabetes. Dit, omdat voeding alles te maken met het onder controle houden van de bloedsuikers om zo de kans op complicaties te verkleinen. Belangrijkste regel is dat de inname van suikers (koolhydraten) in balans moet zijn met de hoeveelheid insuline. Daarnaast is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de voeding goed is voor hart en bloedvaten. Bij diabetes type 1 geldt dat alles mag worden gegeten, maar dat het wel uitmaakt wat je eet. Voor iedereen met diabetes is dit weer net even anders. algemene adviezen:

De hoeveelheid koolhydraten (suikers) die je eet moet afgestemd zijn op de hoeveelheid insuline (dit betekent dat het nodig is om bij alles wat je eet bewust de koolhydraten die je eet te tellen);
Bewegen, eten en insuline moeten op elkaar worden afgestemd (veel bewegen is veel energie nodig, is afstemmen van insuline);
Wees zuinig met toegevoegde suikers (zoals: zoet drinken, koek, gebak en chocolade);
Beperk het gebruik van bewerkte koolhydraten (zoals: witte pasta, witte rijst, wit brood en frisdrank);
Let op met alcohol (verhoogd de kans op een hypo).